Openingstijden van di. t/m za. van 10.00 tot 17.00 uur. Zondag van 13.00 tot 17.00 uur.

Voerman Stadsmuseum Hattem Logo
Zoeken
Sluit dit zoekvak.

In gesprek met Henk Beernink, grondlegger van beeldhouwen in Hattem!

In gesprek met Henk Beernink, grondlegger van beeldhouwen in Hattem!

“Als achttienjarige ben ik in 1959 begonnen met beeldhouwen en volgde een jaar lang les bij Rob Schotman. Hij was destijds leraar beeldhouwen in het Hopmanshuis aan het Rodetorenplein in Zwolle. Na de middelbare school bezocht ik de tweejarige Vakopleiding voor Natuursteen in Utrecht. In die tijd kwam Bé Thoden van Velzen, beeldhouwster uit Hattem, al bij mijn vader Gerrit in de Steenhouwerij G. Beernink, om stenen te kopen voor haar werken. Daar hebben Bé en ik elkaar leren kennen.

Na mijn eerste jaar les van Rob Schotman, heb ik vanaf 1963 lessen gevolgd bij Bé Thoden van Velzen tot ze in 1968 65 jaar werd en vanwege haar leeftijd moest stoppen in het Hopmanshuis.

Vervolgens vroeg Bé mij, of ik in haar eigen atelier aan de Wilhelminalaan in Hattem, haar beelden wilde voorhakken. Daar had ik wel oren naar, Bé had regelmatig opdrachten en ik leerde veel van haar. In die tijd kregen gebouwen, bijvoorbeeld scholen of bejaardenhuizen, subsidie van de gemeente. Hiervan moest altijd 1% besteed worden aan kunstwerken.

Zo herinner ik mij nog kunstwerken geplaatst te hebben voor een bejaardenhuis op Texel en voor meerdere scholen. Kunstwerken werden soms uit kalksteen gemaakt, maar ook uit tufsteen of het kunstwerk werd een mozaïek.

Het vervoeren en plaatsen van de beelden regelde mijn vader Gerrit vanuit de steenhouwerij, omdat al het benodigde materiaal daar voorhanden was.

In 1967 heb ik ‘De zwaan van Luther’ gemaakt, voor de Lutherse kerk in de Koestraat in Zwolle. Dit werk werd bekroond met de Nationale Natuursteenpenning, in 1968 uitgereikt door Het Bedrijfschap Natuursteen. Als 27-jarige was ik de jongste steenhouwer ooit, die dit in ontvangst mocht nemen.

Daarnaast bleef ik ook lessen volgen in Zwolle. Van 1969 tot 1973 niet meer in het Hopmanshuis maar in het Celecentrum. Les kreeg ik nu van beeldhouwster Jet Schepp, een zeer goede docente en een fijn mens, die de lessen van Bé Thoden van Velzen in Zwolle had overgenomen.

In 1972 verhuisde de steenhouwerij van de Diezerweg 37 in Zwolle naar de 3e Industrieweg in Hattem. In deze periode leerde ik Arie van Dijk kennen, voorzitter van de stichting Van Allerhof en directeur van constructiebedrijf Consmema in Hattem, die zelf actief was in het jeugdwerk in De Adelaar. In 1973 vroeg Arie mij of ik geen beeldhouwlessen wilde geven aan de jeugd in De Adelaar. Niet helemaal zeker van mijn kunnen vroeg ik aan Bé Thoden van Velzen of ik dat wel zou kunnen doen. Haar reactie was: ”Ja hoor, jij bent prima in techniek, jij bent daar perfect voor!”

Helaas bleken er in De Adelaar geen kinderen geïnteresseerd in beeldhouwen, gelukkig een groep volwassenen wel! Zo is de ‘Beerninkgroep’ ontstaan. In 1973 zijn we toen gestart in De Adelaar, met ‘open atelier’. De zes leden waren: Bé
Thoden van Velzen, Tiny van Limburg, Ab de Groot, Gerrit Beernink, Gerhard Mensink en ikzelf. Ik herinner mij dat we vaak naar model boetseerden, met name portretten. Ook mijn zus is toen model geweest. Vervolgens gaf Bé Thoden van Velzen een reactie op de verschillende werken: ”Alleen die van Henk is OK, de rest lijkt niet!” Zo was Bé, ze zei eerlijk wat ze van een werk en spaarde niemand wanneer ze een werk beoordeelde.

In 1974 werd de groep groter en is Jan Scholte, een goede bekende van mij vanuit het Celecentrum in Zwolle, erbij gekomen. Samen zijn we ‘s avonds les gaan geven in De Adelaar. Helaas werkte dit in de praktijk niet goed; we gaven andere werkadviezen bij dezelfde werken. Waarna we de leerlingen in twee groepen gesplitst hebben.

Janny Andeweg, één van mijn leerlingen, was daarnaast ook secretaresse voor de
beeldhouwersgroep. Zij was een goed organisator en had haar zaakjes altijd prima voor elkaar! Janny was het contact tussen de Van Allerhof en de beeldhouwers en organiseerde onder andere het Kikkerproject, waarbij Leida Koridon een belangrijke coördinator was.

Het Kikkerproject Kikkers in Concert, uitgevoerd in 1999, is een orkest van kalkstenen kikkers, zittend op natuursteen plompenbladeren, onder leiding van een koperen dirigent. Het was een geschenk van de Christelijke Muziekvereniging Hattem aan de stad Hattem, vanwege hun 100-jarige bestaan. Bij dit project waren onder andere 33 beeldhouwers, het Waterschap voor het uitbaggeren, voor het bouwproject een commissie die ging beslissen welke kikker op welk plompenblad moest worden geplaatst, betrokken.

Elders in dit boek wordt hier uitvoerig op teruggekomen.
De groep beeldhouwers in de Van Allerhof was een zeer zelfwerkzaam en zelfredzaam geheel. Men zorgde zelf voor de koffie en thee en ook voor het schoonhouden van de ruimte. De beeldhouwers werkten in de Van Allerhof in een grote ruimte en ik herinner mij dat tijdens het hakken ook volksdansen in dezelfde ruimte plaatsvond. Op het ritme van de muziek werd er door de leerlingen gehakt, wat vaak tot grote hilariteit leidde!

In 1977 heb ik samen met Jan Scholte en Tom Waterreus een expositie van beeldhouwwerken in het Provinciehuis in Zwolle georganiseerd. Bij hoge uitzondering werd deze expositie geopend door Bé Thoden van Velzen, daar Jan Scholte en ik leerlingen van haar waren.

Toen bekend werd dat de Van Allerhof verbouwd ging worden, zijn we met de twee groepen naar de kelder van het stadhuis verhuisd. Ook dit werd allemaal geregeld door Janny Andeweg. Hier hebben Jan Scholte en ik één of twee seizoenen, twee avonden per week lesgegeven. Na die periode zijn we teruggegaan naar het verbouwde ‘varkenshok’ bij de Van Allerhof, een gebouw dat tegen de stadsmuur aan lag. Ondanks de dikte van de stadsmuur kregen we klachten van de mensen, wiens huizen tegen de stadsmuur lagen, vanwege geluidsoverlast van de beeldhouwers. Gelukkig werd dit toch getolereerd. Kort daarna zijn we teruggegaan naar de Van Allerhof.

In 1987 sloeg de Beerninkgroep een nieuwe weg in, mede door de inspiratie en de
ondersteuning van wijlen dr. J.H. Sypkens Smit. In nauw overleg met de gemeente Hattem werd besloten ieder jaar een aantal kunstwerken aan te bieden ter verfraaiing van de Hattemer binnenstad. Eén van de eerste werken was ‘Hoenders’, op de muur bij de molen ‘De Fortuin’, gemaakt door Annet Gosselink, die weer geïnspireerd was door een houtsnede van Anton Pieck uit 1918. Het beeld stelt vier kippen voor en werd in oktober 1989 onthuld door wethouder Van der Kolk. Binnen enkele weken was er al een kip van de muur verdwenen. Nooit teruggevonden!

Na 15 jaar lesgeven hield ik dit in 1988 voor gezien, mede vanwege toenemende drukte in mijn eigen steenhouwerij. Vanaf die periode kwamen er meerdere invaldocenten lesgeven. Ik herinner mij: Onno de Ruijter, bronsgieter en beeldhouwer; Evelyn Broere, beeldhouwster; Carla Jansen, vormgeefster en Felicia Felix, bronzen beelden groot en klein.

Nadat de Van Allerhof in 2005 afgebroken werd en hier nieuwe appartementen werden gebouwd, zijn wij terecht gekomen in MFC de Marke. Een nieuw gebouwd multifunctioneel centrum, aan de Daendelsweg 2 in Hattem. Hier gaf ik twee keer per week les. Vanaf toen werd alles anders. Alle handelingen werden door de Marke geregeld, het organiseren, de koffie en thee en de schoonmaak, dus wij kwamen hier alleen om te hakken. Ik heb goede herinneringen aan Ria Steentjes, die daar onze contactpersoon was. Zelfs voor de koffie en thee werden speciaal mensen aangetrokken om dat voor ons te regelen.

In 2016 kreeg de Marke geen subsidie meer voor de beeldhouwers. Dit viel toen samen met het moment dat diegene die mijn bedrijf gedeeltelijk huurde, de huur van het huidige atelier opzegde. Na uitgebreid overleg met mijn vrouw Riet en dochter Gera, tenslotte zou laatst genoemde dit moeten gaan leiden, hebben wij besloten mijn eigen atelier aan te bieden aan de mensen die op dat moment of met beeldhouwen of met keramiek bezig waren.
Iedereen was enthousiast over het idee, waarna wij de knoop hebben doorgehakt.
Alleen de rechterkant van de twee gebouwen bleef verhuurd, het atelier links op het terreinwerd vanaf 2016 Steengoed Atelier Beernink. Wij zijn begonnen met de drie groepen die al actief waren in de Marke, namelijk de twee eerdere groepen van de Van Allerhof en een groep uit Zwolle, die eerder in de Muzerie had gehakt.
Het voelde voor mij echt als thuiskomen, hier nu te kunnen beeldhouwen in mijn eigen atelier.

De beeldhouwgroepen werden hier verder uitgebreid met groepen die les kregen in
keramiek, de kunst van het maken van aardewerk en les in boetseren. De werken werden vervolgens in een oven gebakken.
Verschillende mensen zijn vanaf toen hier les gaan geven, te weten: Jan Haanstra, keramiek; Erica Hadjidakis, boetseren; Dries Jonker, beeldhouwen; Willem Kloosterman, beeldhouwen; Erica van Seeters, beeldhouwen; Bob Wierenga, beeldhouwen en ikzelf.
Zelf heb ik het altijd, en nog steeds, als een erg fijne accommodatie ervaren met zeer enthousiaste en betrokken mensen!

Voor mij geldt altijd, kennis overbrengen van het vak is belangrijker dan het eindresultaat!

Graag sluit ik dit interview af met een zin die ik altijd heb onthouden: ‘De Geest stuurt de hand die vormgeeft.’’’

Henk Beernink, 2021

Voerman Stadsmuseum Hattem Logo

Cookies verklaring

Deze website gebruikt cookies voor statistieken, navigatie en chat. Alle gegevens voor de statistieken zijn geanonimiseerd. Op onze privacy pagina kunt u meer lezen over ons beleid.