Roely Aalbers-Moes is al actief vanaf 1980 in het beeldhouwen. Eerst in het Celecentrum, later in de Van Allerhof. Zij behoort tot degenen die altijd bereid waren wat extra te doen. Aan menig initiatief heeft Roely bijgedragen door het mede organiseren van het evenement of project.

Roely Aalbers – Moes: “Eén beeld zegt meer dan duizend woorden”

Roely vertelt:

“Als kind herinner ik me, dat ik boomschors mee naar huis nam om daarin te snijden. Ook verzamelde ik stenen, spelend onder het hunebed. Toen ik als achtjarige een bijzondere steen vond, ging mijn moeder samen met mij, hiermee naar professor Van Giffen. Hij was een befaamd Nederlands archeoloog, die mij feliciteerde met deze vondst; een steen met fossiel! Van hem kreeg ik een boek over schelpen en fossielen, waarna mijn interesse in steen en klei is ontstaan.
Na mijn opleiding als kleuterleidster, een kunstacademie was toen voor mij geen optie, kon ik gelukkig veel kwijt in het kleien met de kinderen. De mooiste werkjes werden gefabriceerd!
In 1980 ben ik uiteindelijk gestart bij beeldhouwer Tom Waterreus in het Celecentrum in Zwolle, waar ik veel van heb geleerd. Toen in 1981 de groep te groot werd bij het Celecentrum, ben ik uitgeweken naar Hattem, naar de Van Allerhof. Daar begon ik op de dinsdagavond, in een groep van alleen beeldhouwende mannen. Later kwamen hier dames van de donderdaggroep bij, waardoor de man/vrouw verhouding beter verdeeld was, wat ik prettig vond. Vervolgens kwam Evelyn Broere ons bijstaan. Evelyn leerde ons portret boetseren.
Kirsten Andeweg was model en kreeg daarvoor 25 gulden.
Zelfs een poes van beeldhouwster Janny Andeweg, hebben we als model gehad. Ondanks dat het model niet lang stil bleef zitten, zijn er toen prachtige poezen gemaakt.

Ook mijn dochter Marloes is model geweest onder leiding van Felicia Felix. Er werd na afloop voor haar met de pet rondgegaan. Op de terugweg in de auto telde ze het geld, waarna ze opmerkte: “Nou, daarvoor kom ik graag nog eens model zitten!”
Ze heeft er een paar schoenen van kunnen kopen!

Mijn beelden zijn niet abstract maar figuratief en buiten beeldhouwen werk ik nog steeds graag met klei.
Mijn grootste trots is het beeld ‘Moederfiguur’, gehakt uit Peperino, een vulkanisch gesteente uit Italië. Dit beeld heb ik gemaakt voor het bejaardenhuis De Hof van Blom in Hattem.
In klei en keramiek heb ik meerdere jaren lesgegeven in Zwolle en Hattem aan enthousiaste cursisten.

Buiten het beeldhouwen werden er ook uitstapjes georganiseerd. Wij bezochten per trein in Amsterdam het Allard Pierson Museum, in Scheveningen het Museum Beelden aan Zee en in De Bilt het museum van beeldhouwer Jits Bakker, met zijn atelier verderop in de straat.

Bij meerdere projecten, uitgevoerd door de Beeldhouwgroep Beernink, ben ik de afgelopen jaren betrokken geweest.
Het Kikkerproject waarbij ik twee kikkers, samen musicerend op één plompenblad, heb uitgewerkt.
De veiling van onze beelden, gemaakt in het project ‘Werken voor Water’, voor waterputten in Senegal was een spannende bezigheid. Wie wil onze beelden kopen! Maar het is gelukt! In 2003 zijn Henk Beernink, Jan Scholte, Evelyn Broere en ik gaan exposeren en beeldhouwen in Park- en Beeldentuin ‘De Schoppert’ van Anna Kroes. Dankzij het enthousiasme van Anna en vele beeldhouwers is het een prachtige beeldentuin met galerie geworden.

Voor het project ‘Beelden uit Doopvont’, in 2004, nam ik zelf het initiatief. Twaalf stukken natuursteen, symbool voor de twaalf stammen van Israël, vormden ooit de sokkel van het doopvont van de voormalige Andreaskerk in Zwolle. Wij hebben toen het doopvont aan de vergetelheid ontrukt en hebben er twaalf beelden van gemaakt, welke uiteindelijk zijn geëxposeerd in De Hoeksteen in Zwolle.

Gevelstenen in Hattem: van mijn hand is de gevelsteen ‘Aanleghen’, uit de steensoort Bianco del Mare. Een steen met een anker, geplaatst in het pand van het huidige Bonbon Atelier A3. In het verleden was dit de ankerplaats van schippers die met hun schip in de haven van Hattem lagen.

Drie bronzen koppen van prominente Hattemers, zijn in mei 2019 geplaatst op het Tinneplein. Omdat ik hem persoonlijk heb gekend, mocht ik de kop van dr. J.H. Sypkens Smit maken.

Goede herinneringen heb ik aan het memorabele tripje naar Bad Bentheim, waar we met een klein gezelschap beeldhouwers, in de oude steengroeve aldaar, enkele dagen gingen hakken in de bekende Bentheimer zandsteen.
Met verschillende auto’s gingen we op pad. We overnachtten in een eenvoudig hotel. Omdat we al vroeg op pad gingen namen we het ontbijt voor de andere gasten als lunch mee naar de groeve, omdat daar verder niets te krijgen was.

Met veel genoegen ben ik veertig jaar lid van de Beeldhouwgroep Beernink.”

Roely Aalbers-Moes, juni 2021